Actiepunten melkziektepreventie in de droogstand

Voor richtlijnen, zie ‘richtlijn rantsoen transitiefase’

Mark van Kleef

Laatste update één maand geleden

Indien er problemen zijn met hypocalcemie en melkziekte na afkalven, zijn er een paar belangrijke punten die je na kan lopen:


1. Is de droge stof opname in de close-upperiode voldoende? In de laatste 3 weken voor afkalven zou de DS-opname minimaal 12 kg moeten zijn. 


2. Zit er voldoende magnesium en niet te veel fosfor in het close-uprantsoen? Zie hiervoor de bloeduitslagen en referentiewaarden voor de close-up periode. 


3. Kies een droogstandsstrategie:  

  • Verlagen kationen-anionenbalans (KAB)
    Door het verlagen van de KAB (verminderen van kationen zoals kalium toevoegen chloor of sulfaat) wordt het calciummetabolisme gestimuleerd. Dit kan in gradaties worden uitgevoerd. Indien de KAB negatief wordt, is het belangrijk om de pH-waarde van de urine te gaan meten. Denk eraan dat bij de verschillende KAB-waarden ook verschillende Ca-gehalten in het rantsoen horen. 

  • Calciumbinders voeren
    Calciumbinders onttrekken calcium en fosfor aan het close-up rantsoen. Hierdoor wordt het calciummetabolisme gestimuleerd. Denk er dus aan dat bij de bloeduitslagen van de close-upkoeien het fosforgehalte in het bloed onder de referentiewaarde kan komen (0,8). Dit is in dit geval een gewenst effect. Calciumbinders kunnen alleen in de close-up periode gevoerd worden en niet gedurende de hele droogstand. 

  • Hoog-calcium rantsoen
    Als dit goed gemonitord kan worden, kiest men soms voor een hypercalcemisch rantsoen. Dit betekent dat er minimaal 180 gram calcium in het close-up rantsoen zit. De opname vanuit de darm is dan voldoende om de gehele calciumvraag te dekken. Deze strategie kan gecombineerd worden met het verlagen van de KAB voor een beter effect. 

Was dit artikel behulpzaam?

0 van 0 vonden dit artikel leuk