Veehouder: hoe start je met het Bovilab-concept
Krijg grip op subklinische (onzichtbare) ketose en hypocalcaemie
Mark van Kleef
Laatste update één maand geleden
Opstartfase
Tijdens de opstartfase breng je in kaart in welke mate subklinische ketose (slepende melkziekte) en hypocalcaemie (melkziekte) op je bedrijf voorkomen.
Tap gedurende 1 maand elke week een aantal close-upkoeien (ongeveer 7 dagen voor afkalven) en verse dieren (3 of 4 dagen na afkalven). Neem een representatieve steekproef van voldoende omvang (minimaal 15 tot 25 dieren). Onderzoek deze dieren met een transitieslide en verwerk de uitslagen in het dashboard.
TIP 1: zorg dat je in het koenummer ook de lactatiegegevens vermeldt, gebruik een C voor close-up, een F voor vers en een S voor zieke dieren, gevolgd door een punt en de lactatiedagen. 56C.-7 is dus een close-upkoe, 7 dagen voor afkalven.
Tip 2: gebruik hiervoor de instelling 'grafiek in lactatiedagen' in ons dashboard.
Gedurende deze maand kun je de verbeterpunten in het transitiemanagement benoemen en verbeteren. Zie daarvoor de checklist transitiemanagement.
Monitoringsfase
Als je het algemeen transitiemanagement verbeterd hebt, is het daarna van belang je te richten op de close-upperiode. Tap elke week (of elke 2 weken) een representatieve steekproef in de close-upperiode, tap vooral dieren ongeveer 7 dagen voor afkalven.
Het streven is om de volgende bloedwaarden gemiddeld te bereiken:
| NEFA | 0,1 mmol/L |
| Calcium | 2,4 mmol/L |
| Magnesium | 1,0 mmol/L |
| BUN | 4,5 mmol/L |
| Fosfor | 1,5 mmol/L |
Als de trend is dat veel dieren deze waarden niet halen, dan is het nodig om het close-uprantsoen aanpassen. Individuele dieren die deze waarden niet halen, kunnen gezien worden als risicodieren en extra ondersteund worden (bij verhoogde NEFA's energie oraal toedienen met bolus of drench, bij verlaagd calcium Ca-bolus toedienen rond afkalven).
TIP 1: zorg dat je ook nu in het koenummer ook de lactatiegegevens vermeldt, gebruik een C voor close-up, een F voor vers en een S voor zieke dieren, gevolgd door een punt en de lactatiedagen.
Tip 2: gebruik hiervoor de instelling 'grafiek in kalenderdagen' in ons dashboard.
Vervolg
Indien er toch teveel problemen bij de verse dieren zijn, kan de opstartfase nogmaals herhaald worden om algemene verbeterpunten te vinden in het transitiemanagement.
Indien de gevonden bloedwaarden langere tijd rond het streeftraject zijn, kan het een optie zijn om poolmonsters te maken (uit elke buisje 1 ml halen en dit in een mengbuisje pipetteren, max 5 dieren). Bedenk wel dat dan afwijkende individuele dieren minder snel gevonden worden.